NSOC Nieuwsbrief #1 | juli 2022

In deze nieuwsbrief leest u meer over de overgang van MIT naar NSOC. Verder zoomen we in op de aanpak van Trade Based Money Laundering (TBML). Nederland is een handelsland, waar jaarlijks miljarden euro’s aan goederen verhandeld en vervoerd worden. Criminelen gebruiken deze handelsstructuren om geld wit te wassen. NSOC ontwikkelt een aanpak van TBML samen met de partnerorganisaties. Daarnaast vertellen we meer over de bevindingen en resultaten van de zes NSOC-labs (voorheen MIT-labs), waarin multidisciplinaire teams doelgericht werken aan het oplossen van hardnekkige problemen op het gebied van zware ondermijnende criminaliteit. Tot slot komen Aad Zonneveld (Douane) en Thomas Bosch (FIOD) als ambassadeurs van twee NSOC-labs aan het woord.

NSOC: AANSCHERPING FOCUS IN AANPAK ONDERMIJNING

Versneld inzetten op het ontwikkelen van nieuwe methoden om de financiële verwevenheid van onder- en bovenwereld bloot te leggen en te ontvlechten. Dat is de aangescherpte focus van de Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit (NSOC), voorheen het Multidisciplinair Interventieteam (MIT).

Er is veel consensus dat multidisciplinaire samenwerking aanvullend nodig is op wat er al is voor een effectievere aanpak van de ondermijnende georganiseerde criminaliteit in Nederland, aldus minister Dilan Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid in de brief die ze eind mei naar de Tweede Kamer stuurde. Het besluit voor een koerswijziging is gekomen na overleg met zowel mensen van de werkvloer als uit de leiding van de samenwerkende diensten in het MIT, wetenschappers en andere professionals die bij het samenwerkingsverband betrokken waren.

DISCUSSIE

Uit die overleggen bleek dat er veel overeenstemming is over de noodzaak van samenwerking om informatie te kunnen delen voor een effectievere aanpak van de georganiseerde en ondermijnende criminaliteit. De diensten hebben samen veel beter zicht op criminele fenomenen en onderliggende structuren dan zij alleen op basis van hun eigen informatie kunnen krijgen. Tegelijk was er ook kritiek, omdat er discussie en onduidelijkheid was in de opbouw van het MIT over de aansturing bij interventies en operationele slagkracht van betrokken moederorganisaties. NSOC en de betrokken organisaties (politie, Belastingdienst, Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst, Douane, openbaar ministerie en de Koninklijke Marechaussee en andere operationele onderdelen van het Ministerie van Defensie) hebben daarom, op verzoek van de minister, een verscherpte focus voorgesteld. Daarbij bouwt NSOC voort op de stappen die tot nu toe in de bouwfase van het MIT al zijn gezet.

Jan Trompert, lid van het Programmateam:

De elementen die we in de bouwfase van het MIT hebben bedacht zijn de basis voor deze aangescherpte focus en operationele versnelling. Het was niet altijd eenvoudig om met zes partijen een samenwerkingsverband op te zetten. We hebben de aangescherpte focus uitgewerkt in een werkplan. Er is commitment uitgesproken door alle partners om bij te dragen aan de onderwerpen en projecten die NSOC in de komende 18 maanden zal verkennen en uitvoeren.

CRIMINELE GELDSTROMEN

De nieuwe focus ligt op de aanpak van criminele geldstromen en de achterliggende bedrijfsstructuren. Dat gaat dan om witwaspraktijen via handelsstromen, en financiële en logistieke dienstverleners die bewust (of onbewust) criminaliteit faciliteren, en de aanpak van corruptie en geweld. Nederland is groot geworden als handelsland en heeft een goede financiële en logistieke infrastructuur die ook voor illegale zaken wordt misbruikt.

Na de zomer wordt een operationele versnelling ingezet van achttien maanden. Daarnaast is het zaak nieuwe manieren om te verstoren te ontwikkelen en te toetsen,
aldus de minister. Waarbij interventies worden ontwikkeld om in te zetten naast de ‘klassieke’ instrumenten: strafrechtelijke, fiscaalrechtelijke en bestuursrechtelijke acties. Het is een kans om gezamenlijk en met vereende krachten nieuwe, nog onvoldoende begrepen en beheerste problemen te doorgronden en aan te pakken.

FOCUS OP VIER ONDERWERPEN

In de aanpak ligt de focus dus op vier onderwerpen: Trade Based Money Laundering (TBML), financiële dienstverleners, logistieke dienstverleners rondom de Nederlandse knooppunten en de aanpak van corruptie en geweld. Op deze onderwerpen zijn al enige tijd een aantal fieldlabs bezig. Met de moederorganisaties is afgesproken dat de gevraagde capaciteit voor onderzoeken en interventies wordt geleverd. Daarnaast werft NSOC een directeur om hier leiding aan te geven.

Bert Langerak, lid van het Programmateam:

Samen met de partners hebben we de onderwerpen bepaald waar we de komende periode mee aan de slag gaan. Al waren we op sommige onderwerpen al bezig. Begin dit jaar werd duidelijk dat TBML een urgent thema is waar eigenlijk niemand zicht op heeft en waar juist de kracht van ons samenwerkingsverband kan bijdragen, dus zijn we in maart al gestart met de ontwikkeling van een fenomeenaanpak. Ook draaien er sinds medio vorig jaar zes fieldlabs, die voortgezet kunnen worden binnen de aangescherpte focus. Daarnaast worden zo snel mogelijk nieuwe fieldlabs, zogenoemde NSOC-labs gestart, waarin volgens een zelfde multidisciplinaire werkwijze nieuwe thema’s bij de kop worden gepakt.

Na die achttien maanden evalueren de partijen de nieuw ingezette werkwijze en beoordelen het op resultaten en de toegevoegde waarde van het samenwerkingsverband. De opdracht voor NSOC is om interventiemogelijkheden te ontwikkelen die anders en vernieuwend zijn ten opzichte van wat de moederorganisaties zelf al doen. De capaciteit en operationele slagkracht om eventueel de criminelen op te pakken en hun netwerken op te rollen zit bij de diensten zelf. Met de gedeelde informatie binnen NSOC kunnen operationele diensten van de moederorganisaties ook verdere slagen maken in de strijd tegen de georganiseerde misdaad. De binnen NSOC verzamelde en gedeelde informatie kan dus ook leiden tot acties van de partners.

WETTELIJKE REGELING

Uiteraard wordt informatie nu alleen gedeeld waar dat – wettelijk – kan en mag. Maar uiteindelijk zal er een wettelijke regeling komen om een systeemgerichte analyse waarbij noodzakelijke informatie en gegevens op een zorgvuldige manier gedeeld worden. Yeşilgöz-Zegerius: Dat het ontwikkelen van een samenwerkingsverband van organisaties met wezenlijk uiteenlopende taken, doelstellingen en culturen in combinatie met een innovatieopgave, tijd kost is duidelijk. Gezien de situatie in Nederland is het echter noodzakelijk om over te gaan naar de fase waarin resultaten worden geboekt en daarmee de meerwaarde duidelijk wordt. Dat vraagt ook om een gerichte operationele focus van de
samenwerking.

Chaira Ament, lid van het Programmateam:

De kracht van NSOC zit hem onder andere in het samenbrengen van data van alle partners, zodat we beter inzicht krijgen in de kwetsbaarheden van criminele netwerken en deze netwerken effectief kunnen verstoren. Voor de optimale uitwisseling van data is een wettelijke regeling nodig, daar wordt aan gewerkt door het ministerie van Justitie en Veiligheid en daarvoor hebben wij ook input geleverd. Dat kost echter tijd. Dat betekent niet dat we in de tussentijd niet verder kunnen. Vorig jaar werd het instellingsbesluit vastgesteld, waarin is vastgelegd op welke wijze de samenwerking plaatsvindt binnen de huidige wet- en regelgeving. Eind dit jaar wordt er een convenant verwacht waarin afspraken worden gemaakt over gegevensuitwisseling binnen het samenwerkingsverband. En hopelijk is er over enkele jaren dan ook een nieuwe wettelijke regeling. Zo komen we steeds een stap verder, maar gelukkig kunnen we binnen de huidige kaders ook al operationeel aan de slag.

Onthulling NSOC logo
Beeld: ©NSOC

TBML: GROOT PROBLEEM, MAAR LASTIG AAN TE TONEN

Nederland is bij uitstek een handelsland en jaarlijks gaan er miljarden euro’s in om. Daarmee is ons land – ook - aantrekkelijk voor criminelen om geld wit te wassen, door goederen- en handelsstromen te misbruiken. NSOC wil deze vorm van ondermijnende criminaliteit aanpakken, ook wel Trade Based Money Laundering (TBML) genoemd. Pim is een van de medewerkers die zich hiermee bezighoudt.

Hoe ben jij betrokken geraakt bij het TBML-team?
Pim: Ik kom vanuit het ministerie van Defensie waar ik diverse operaties aanstuurde. Ik vind het een uitdaging om aan de veiligheid van Nederland bij te dragen en NSOC biedt mij die mogelijkheid. Criminaliteitsbestrijding beperkt zich niet tot één dienst, bijvoorbeeld alleen door de Douane of Belastingdienst.

Criminele systemen zijn verweven in alle domeinen, opereren internationaal en zitten in economische, politieke, sociale en maatschappelijke verbanden. Hoe goed we daar ook tegen strijden met onze bestaande diensten, we kunnen het systeem alleen aanpakken als je er een gericht systeem tegenover zet. NSOC kiest dan ook voor een systemische aanpak, waarbij inzichten van verschillende organisaties worden verzameld en gecombineerd.

Waarom richten de pijlen zich op TBML?
Nederland is een handelsland, waar jaarlijks miljarden euro’s aan goederen verhandeld en vervoerd worden. Criminelen gebruiken deze handelsstructuren om geld wit te wassen. Het gaat om goed georganiseerde structuren, die we in kaart willen brengen en aanpakken. Als je van een partnerorganisatie hoort dat een relatief klein bedrijf miljoenen euro’s in goederen verscheept naar het buitenland, is dat vreemd. Als een andere partnerorganisatie, internationaal georiënteerd, signaleert dat daarbij criminele activiteiten lijken plaats te vinden, bevestigt dat onze vermoedens. Hier is iets niet in de haak en dan moeten we dat bedrijf verder onderzoeken.

En daar zit de meerwaarde van NSOC?
Ja, het succes zit in de geïntegreerde aanpak waardoor we effectiever zijn. Als alle partnerorganisaties zelf met TBML aan de slag gaan, ben je zes keer zoveel geld en tijd kwijt. Onze rol is om informatie samen te brengen en de interventies te coördineren. We vullen elkaar aan en delen informatie. Samen weten we meer om echt een slag toe te brengen aan de criminele systemen in Nederland.

Jullie werken samen met het Anti Money Laundering Centre (AMLC)?
Het AMLC is het kennis- en expertisecentrum waar publieke en private partijen nationaal en internationaal samenwerken om witwassen te bestrijden. We willen intensief met elkaar gaan samenwerken en de eerste concrete afspraken zijn gemaakt. Het AMLC heeft uit eerdere onderzoeken geconstateerd dat er in de handel in bepaalde goederen veel crimineel geld omgaat. Deze goederen zijn bijvoorbeeld interessant omdat ze een grote waarde vertegenwoordigen of gemakkelijk verhandelbaar zijn.

Hoe gaan jullie tewerk?
We starten met het verkrijgen van inzicht in een fenomeen. Dat doen we op basis van inlichtingen, die geverifieerd zijn. Dat beeld vullen we continu aan met nieuwe informatie en we toetsen of het beeld nog klopt door kleine interventies te doen. Dat kan variëren van een interview met de branche tot het daadwerkelijk volgen van criminelen. We willen continu het beeld dat we opbouwen, testen met de werkelijkheid. Zo word je een expert op dat gebied. Nadat we dit in kaart hebben gebracht, ontwikkelen we een plan of strategie om het fenomeen aan te pakken en kijken we welke interventies mogelijk zijn.

Hoe sluit het TBML-team aan bij deaangescherpte focus van NSOC?
Het is belangrijk dat we laten zien wat we kunnen. Een resultaat kan zijn dat je kilo’s drugs van de straat haalt of criminelen oppakt, maar een resultaat kan ook zijn om nieuwe wetgeving te ontwikkelen of een nieuw inzicht te verkrijgen. De aangescherpte focus dwingt ons scherper na te denken over wat willen we bereiken. Dat moet snel gebeuren, maar tegelijkertijd moeten we niet uit het oog verliezen waarvoor we zijn opgericht. En dat is – ook - de systemische benadering: bij NSOC willen we met een gezamenlijke aanpak voor de langere termijn de criminele systemen verstoren en ontmantelen en voorkomen. De resultaten van nu moeten in het plaatje van de lange termijn passen. Om resultaten te halen, werken we met de innovatieve labs die als voordeel hebben dat ze makkelijk leren, innovatief zijn en snel tot resultaat komen. En overigens zijn we ook met grotere operaties in staat snel met resultaat te komen, maar gericht op het systeem. Dat kan overigens ook de ontwikkeling van een nieuwe werkwijze zijn, of andere organisaties van informatie te voorzien.

Waarom is het zo belangrijk om TBML aan te pakken?
TBML is uitgegroeid tot een groot probleem, maar nog lastig aan te tonen omdat de informatie nu nog op veel verschillende plaatsen binnen de partnerorganisaties ligt. In de VS, een groot handelsland, ziet de overheid TBML als een van de grootste dreigingen op economisch gebied. Nederland is al eeuwen een succesvol handelsland, mede door onze geografische ligging, kennis en gedrevenheid. Maar je kunt er niet meer mee wegkomen door de zeggen dat wij alleen de marktkoopman, de handelaar zijn. Als er foute zendingen door ons land heen gaan met verdachte goederen en transacties, dan zijn we daar verantwoordelijk voor. Gezien onze plaats in de wereldeconomie is het onze morele plicht dit onrecht te bestrijden. Uiteindelijk profiteert iedereen daarvan.

NSOC-LABS BOEKEN EERSTE SUCCESSEN EN BREIDEN UIT

Zes fieldlabs van het NSOC presenteerden op 1 juli tijdens een bijeenkomst in Warnsveld hun eerste resultaten. Al bekend waren de controleacties op het vervoer van cash geld op Schiphol en een grootschalige controle op uitgaande vracht in Hoek van Holland. Ook de andere labs presenteerden de ‘lessons learned’ van verkenningen en experimenten, en de komst van nieuwe NSOC-labs werd aangekondigd.

Sinds medio 2021 werken de fieldlabs, zogenoemde NSOC-labs (voorheen MIT-labs), doelgericht aan het oplossen van hardnekkige problemen op het gebied van zware ondermijnende criminaliteit. De naam ‘fieldlab’ zegt het al: het is een experimentele omgeving, een lab, waarbij een klein team één specifiek probleem oppakt. Medewerkers van verschillende moederorganisaties pakken een zogenoemd ‘wicked problem’ op waar juist de samenwerking toegevoegde waarde levert aan wat de bestaande diensten al doen. Het is niet meer van hetzelfde, maar ze bedenken nieuwe en andere methoden om criminele processen te verstoren en te vernietigen. Dit is niet eenvoudig werk. Harvard University en Tilburg University doen al tien jaar onderzoek naar samenwerking in de strijd tegen ondermijning en daaruit blijkt dat veel teams tegen dezelfde barrières aanlopen, zegt gespreksleider Jorrit de Jong bij het begin van de bijeenkomst.

EXPERIMENTEREN
We werken één dag voor het NSOC-lab en dat zijn er vier te weinig. Het zijn complexe problemen waar je veel tijd en energie in moet steken, beaamde een deelnemer van de teams. Hij en zijn collega’s presenteerden de resultaten van de afgelopen maanden, elk in een half uur. Na een korte powerpoint presentatie met de bereikte doelen en resultaten kon de zaal reageren op de plannen. Vertegenwoordigers van de zes moederorganisaties konden vragen stellen en tips geven om de aanpak van de teams te verbeteren en barrières te slechten. Waar het ene team hele concrete resultaten toonde, was een ander team meer tijd kwijt aan het vinden van een weg in het delen van informatie binnen de bestaande weten regelgeving of op het mobiliseren van professionals in de moederorganisaties. Dat hoort erbij, benadrukte De Jong. Het is leren en experimenteren door trial-and-error. Waar het ene plan lukt, wordt het andere idee getorpedeerd. Maar dat weerhoudt de teams er niet van om het dan over een andere boeg te gooien.

TEAM CASH COW
Team Cash Cows trapte af en koos voor een gebied waar veel contant geld doorheen gaat: Schiphol. Het team merkte dat bij de controle op witwassen de focus op passagiers ligt en niet op vracht. En dus richtten ze hun pijlen op cargo, want er gaat rond de 1,5 miljoen ton vracht per jaar via de luchthaven. Het team bracht het logistieke proces in kaart en deed in samenwerking met de Douane controleacties op Schiphol. Deze acties worden de komende periode opgevoerd. Team Cash Cows pleit onder andere voor de oprichting van een informatiecentrum rond het vervoer van cash geld en legde contact met TU Eindhoven om nieuwe manieren van gelddetectie te ontwikkelen. Dat laatste spreekt ons erg aan, want wij zijn op zoek naar innovatieve manieren van inspectie, was de reactie van een vertegenwoordiger van de Douane.

TEAM CATERPILLAR
Trade Based Money Laundering is het speerpunt van Team Caterpillar. Het witwassen via handelsstromen is in opkomst, maar lastig aan te tonen. Dagelijks worden financiële transacties bekeken en gemonitord, maar op onze handelsstromen is geen structurele controle. Dat reguliere handel wordt gebruikt voor het witwassen van geld is bekend, maar moeilijk aan te tonen en leidt uiteindelijk tot imagoschade van Nederland als handelsland, vertelde een van de deelnemers. Zij zien de oplossing in het blootleggen van het witwassysteem door continu detectie en monitoring van de handelsdata. Het team is in gesprek met verschillende partijen, van universiteiten tot het team Transactie Monitoring Nederland, een samenwerkingsverband van vijf banken. Bij de banken zijn al diverse controlesystemen ingericht om witwassen tegen te gaan en is dus al veel ervaring. Ook zocht het team toenadering tot een Amerikaanse veiligheidsorganisatie om ervaringen te delen.

TEAM SWITCH OFF
De Rotterdamse haven is voor Team Switch Off het belangrijkste doel. Het team organiseerde twee keer een hackathon met experts om beter inzicht te krijgen in de wendbaarheid van smokkelorganisaties in de haven en bedacht verschillende acties die naast elkaar van start gingen. Ideeën over plaatsing van containers en het kijken naar drugssporen zijn de revue gepasseerd. En ondertussen ligt de focus op de communicatie tussen criminelen in de haven, zegt een teamlid van Switch Off, in het dagelijks leven werkzaam bij de Zeehavenpolitie in de Rotterdamse haven. Criminele organisaties zijn zo wendbaar omdat ze onvoorspelbaar zijn. Wij kunnen ze het moeilijk maken als wij ook minder voorspelbaar worden.  Ze werkt een dag in de week voor dit team en gebruikt haar uitgebreide netwerk voor dit werk. We zitten elke maandag bij elkaar om te overleggen en acties uit te zetten. Het interessante van deze dag is dat ik de ervaringen met de andere fieldlabs kan delen. We leren veel van elkaar.

TEAM HEET IJZER
De vuurwapenhandel is nietsontziend en gaat gepaard met grof geweld. De vele liquidaties van de afgelopen tijd, schietpartijen op de openbare weg, onlangs zelfs in een speeltuin in Zoetermeer, zijn er het bewijs van. En we weten niet waar het eindigt, vertelde een medewerker van het team, dat het aanjagen van een daadkrachtige aanpak van illegale vuurwapens als grootste doel ziet. Ook zij zien heil in een kenniscentrum om informatie te delen en te duiden. Het team werkt nauw samen met de politie en het OM in Rotterdam en werkt mee aan een pilot om meer inzicht te krijgen in de vuurwapenhandel. Een door het team ontworpen aanpak wordt mogelijk binnenkort toegepast, en er wordt met de Douane samengewerkt om meer zicht te krijgen op smokkellijnen met als doel ze te kunnen verstoren.

TEAM GEEN ID
Dit team stortte zich op de fraude in de vastgoedmarkt, met name ID-fraude. Er gaan grote sommen geld om in de vastgoedmarkt en de mensen kunnen vaak anoniem acteren in deze markt. Onze focus ligt op het moment vlak voordat er een transactie plaatsvindt. Dan kan een financiële dienstverlener of trustkantoor bewust of onbewust meewerken aan de anonimiteit van de betrokken partijen. Inmiddels is Team Geen ID aangesloten bij een aantal trajecten bij de Belastingdienst om te assisteren en de meerwaarde van samenwerking toe te voegen.

TEAM EXIT
Er is te weinig aandacht voor criminele activiteiten in de Nederlandse export, vindt Team Exit. Voldoende reden om zich hierin te verdiepen, met nadruk op het ferryvervoer en wegtransport van en naar het Verenigd Koninkrijk, het domein van een van de grootste drugsmarkten van Europa. Naast vele gesprekken met publieke en private partijen, zoals vervoerders en ferrymaatschappijen, maakte dit team een kennisdocument waaraan ook Engelse partners meewerkten. Heel concreet was een actie in de haven van Hoek van Holland, waar het team in samenwerking met de Douane, Koninklijke Marechaussee en politie een grote smokkelcontrole opzette op uitgaande vracht bij de ferry van Stena Line naar Killingholme. Het leidde niet tot een grote smokkelvangst, maar de actie haalde de regionale en landelijke pers en bewees dat een honderd procent controle mogelijk is zonder dat dit veel vertraging opleverde voor de overtocht, belangrijk voor het draagvlak bij ferrymaatschappijen en chauffeurs.

‘GAVE DINGEN’
Er is nog genoeg werk te doen en de zes NSOC-labs gaan verder met hun activiteiten. NSOC-lab begeleider Tom Zuidam liet weten dat er nieuwe teams bijkomen die andere fenomenen gaan aanpakken. Daarbij worden de kennis en ervaringen uit de eerste serie NSOC-labs benut, zodat deze nieuwe labs nog efficiënter aan de slag kunnen. Ik sprak een paar weken geleden met onze collega’s uit de Verenigde Staten die met fieldlabs werken. Samen kwamen we tot de conclusie dat dit processen zijn van de lange adem. Maar tussentijds boek je in het moment successen met concrete resultaten die er weer voor zorgen dat de teams de eindstreep halen en er een aanpak ligt die werkt, aldus Tom. Die woorden kregen bijval van Sander, een van de teamcoaches. Jullie doen gave dingen in een ingewikkelde omgeving. Nu is het belangrijk dat mensen op strategische posities binnen de moederorganisaties jullie koppelen met de juiste contactpersonen, zodat de deuren zich sneller openen en zodat de resultaten straks geborgd kunnen worden in de processen bij de partnerorganisaties. Het ijzer is heet en moet nu worden gesmeed.

MiT-lab iconen
Beeld: ©NSOC

AMBASSADEURS VAN NSOC-LABS

“JE HEBT ELKAAR NODIG OM ANTWOORDEN TE VINDEN”

De NSOC-labs lichten onderdelen van de criminele keten door. Thomas Bosch en Aad Zonneveld zijn als ambassadeurs aangesteld om deze innovatieve labs te promoten en de samenwerking met de partnerorganisaties in goede banen te leiden.

Aad Zonneveld (plv. Directeur Douane Landelijk Tactisch Centrum) is ambassadeur voor NSOC-lab Cash Cows:

Mijn taak als ambassadeur is bescheiden, want ik vind dat de labs zijn opgericht om zelf zaken te ontwikkelen, te testen en te implementeren. In zo’n lab zitten medewerkers van zes verschillende diensten die elkaar versterken. Ze zijn innovatief, komen met oplossingen waar ik in eerste instantie niet aan dacht en ik wil ze de ruimte bieden om dat uit te zoeken. Ik ben er voor ze om zaken in beweging te zetten. Niet altijd hebben ze een breed netwerk of een mandaat om beslissingen te nemen. Vaak moeten ze vanuit hun eigen overtuigingskracht dingen voor elkaar krijgen. Soms lukt dat, soms hebben ze iemand nodig die daar bestuurlijk tegenaan duwt. Een voorbeeld is dat ze een interventie willen doen waar ‘geldhonden’ voor nodig zijn. Als je niet voor de Douane werkt, is dat best lastig om te regelen. Daar bied ik hulp bij door dit voor ze te regelen. Ik kan ze de juiste weg wijzen binnen onze organisatie, zo van: bel die eens of ga daar eens langs.
We zien nu de eerste resultaten van de labs. Cash Cows dus, waarvan ik de ambassadeur ben, maar ook Exit. Op 21 juni was er op initiatief van NSOC-lab Exit een grote smokkelcontrole in de haven van Hoek van Holland op uitgaande vracht op de ferry van Stena Line naar Killingholme, Engeland. De Douane werd om capaciteit gevraagd en ik heb toen ruimte gecreëerd om scanners en honden beschikbaar te stellen voor de Regio Rotterdam. Vaak is het even een telefoontje plegen, zo van: dit gaat gebeuren, kun je helpen? Ik doe geen zwaar bestuurlijk werk met vergaderingen, maar het is een kwestie van de weg effenen.

MEERWAARDE
De meerwaarde van deze multidisciplinaire teams is dat de kennis van verschillende diensten bij elkaar wordt gebracht. De Douane is gespecialiseerd in het vervoer van goederen, de FIOD heeft veel verstand van de rol van financiële instellingen. Door die informatie van verschillende organisaties te combineren kom je tot een hoger niveau om het fenomeen aan te pakken. Je elkaar nodig om antwoorden te vinden.

NSOC-LAB CASH COWS

Het lab Cash Cows zoekt naar manieren om zicht te krijgen op criminele geldstromen en probeert die te voorkomen. Bij veel witwaspraktijken duikt een vorm van cash geld - vaak bankbiljetten - op. Al dat contante geld gaat heen en weer en wordt vervoerd via de lucht of over land.


Thomas Bosch (directeur Opsporing FIOD) is ambassadeur voor NSOC-lab Caterpillar:

Vanuit de FIOD ben ik betrokken bij het NSOC. Hiervoor heb ik bij het OM gewerkt en was ik in meerdere rollen betrokken bij het voormalige MIT. De naam Caterpillar is de projectnaam voor de strijd tegen Trade Based Money Laundering (TBML), een relatief nieuw fenomeen in de criminaliteit. Binnen de FIOD is er een kenniscentrum opgericht, het Anti Money Laundering Centre (AMLC), dat zich - onder andere - al langer in dit onderwerp heeft verdiept. Het is nu de uitdaging om dit fenomeen in de praktijk toe te passen en we hebben met de partners besloten dat NSOC hiervoor de juiste partij is. Enerzijds is er de kennis van het AMLC, anderzijds zijn er de praktische inzichten van de politie en andere diensten die concrete signalen hebben. Je brengt informatie van de partnerorganisaties bij elkaar en daarmee kan NSOC aan de slag. We richten ons op de onderwerpen waar we elkaar kunnen aanvullen. Er werd al wel samengewerkt, maar om dat met zoveel partijen op een gelijkwaardige manier te doen, is nieuw. TBML is een nieuw fenomeen. Criminelen zetten het geld om in een goederenstroom en aan het eind van de keten zetten ze het weer om in geld. In feite lift het criminele vermogen mee op de handelsstroom. Dat is interessant voor NSOC, want hier zie je de vermenging van de onder- en bovenwereld. Juist in de multidisciplinaire samenwerking tussen de partners kun je die verwevenheid tussen onder- en bovenwereld onderzoeken. Zo ontdek je hoe het werkt en met de toezichthouders erbij kun je in de toekomst criminele activiteiten proberen te voorkomen door barrières op te werpen. Het interessante is dat het NSOC vooral datagedreven werkt. De trend in opsporingsland is dat we steeds meer data verzamelen om inzichten op te doen. Niet wachten op een concreet signaal, maar actief op zoek gaan naar data - die je mag gebruiken - om uitschieters of zaken te ontdekken die afwijken.

PROMOTEN

Als ambassadeur help ik mee om dit onderwerp onder mijn collega’s en partnerorganisaties te promoten. Daarnaast vind ik het leuk om te zien wat dit NSOC-lab doet en welke nieuwe methodes ze aan het ontwikkelen zijn, want dit is waar ons werk uit bestaat. Als ambassadeur ben ik er op bestuurlijk niveau bij betrokken, maar het is leuk om af en toe zaken in de praktijk mee te maken en zo weet ik beter wat er speelt.

NSOC-LAB CATERPILLAR

Nederland is aantrekkelijk als handelsland en daarmee interessant voor misbruik door criminelen. Een van de manieren waarop criminelen geld witwassen, is door middel van misbruik van goederen en handelsstromen, het zogenaamde Trade Based Money Laundering. Er worden handelsstructuren gebruikt met als doel criminele verdiensten wit te wassen. Het NSOC-lab Caterpillar houdt zich bezig met de aanpak van dit fenomeen.